Deze brief is geschreven door Hans aan zijn lieftallige echtgenote, Bertha.
Lieve Bertha,
Ik ben helemaal veilig aangekomen bij dat dorpje waar Nabu vandaan kwam. Kwam de vrienden weer tegen die ik thuis ook had berooft.
Niet boos worden dat ik nog niet thuis ben. Er is hier een heel belangrijk iemand die noemt zichzelf Donnie. En hij heeft 2 nichtjes in vet mooie jurken. En eentje was ontvoert maar die heb ik toen gered en nu ben ik jachtopziener. Dat is vet handig want nu krijg ik betaalt om mensen te beroven in het bos. Dus ik stuur je nu veel geld en daarom ben ik langer weg.
Hoe gaat het met jou en de kinderen? Met mij gaat het goed trouwens. Er zit hier namelijk een grote groep van de Keizerlijke Garde en die hebben heel veel worst en bier. Ohw die groep heeft trouwens ook een naam bedacht voor de bandieten bende. Hans en zijn grietjes. Maar die grietjes zijn dan mannen, dus daar hoef je niet boos op te worden.
Ik heb hier vet veel zwaarden geroofd. Maar er zit hier een stomme handelaar, het duurt dus even voordat daar geld van komt. En heel raar maar ik heb een nieuw zusje, Laila heet ze. Ik snap niet hoe maar ze is wel aardig. Ons prinsesje Priscilla vind haar vast een hele lieve tante. Doe mijn meisje en de 3 jongens maar de groetjes van mij.
Ik hoop dat je niet vet boos bent dat ik wat later terug ben. En kijk eerst even of er 10 zilver in het buideltje zit voordat de bezorger weg gaat.
Dikke kus enzo
Namens je Hansje
Geschreven door Karel de Vliet
