Teaser 2 (Omen XXXI) – De Reiziger en het Eind

Laat in de middag sprak een van je reisgenoten het als eerste hardop uit, terwijl jullie een kort moment stil stonden en uithijgden. “We gaan de ochtend niet halen.” Het was geen vraag maar een simpele vaststelling. Niemand in het gezelschap nam de moeite te antwoorden in woorden, maar enkelen knikten. Zonder verdere woorden begon de reis weer, een vermoeide jog was alles wat de groep nog op kon brengen. Jullie waren al dagen op de vlucht voor het einde, maar het was een race die jullie gingen verliezen. 

Het was een vreemd gezelschap. Je kende geen van hen langer dan een week. Van sommigen kende je de naam nog steeds niet. Het toeval had jullie samen gebracht, allemaal vluchtelingen in een wereld die met de dag kleiner werd. Een groep met de weinigen die, tegen beter weten in, niet op wilden geven. Iedere seconde van leven was voor deze groep de moeite waard, hoe hopeloos het vooruitzicht ook was.

Natuurlijk waren er opgevers geweest. Personen die hun laatste uren liever zittend dan rennend doorbrachten. Maar jij zelf was het opgeven al lang voorbij. Want sinds de richting van de reis duidelijk was geworden had jij, misschien als enige, een sprankje hoop gevonden. Een dorpje waar je al een tijd niet was geweest, maar waar de vreemdste dingen gebeurden. Een plek waar je vrienden had die eerder een einde der tijden overleefden. Als het toen kon… misschien dan ook nu?

De afstand tot het dorpje was niet groot meer, maar de nacht begon te vallen en de groep was uitgeput. Jullie waren al een tijd geen andere vluchtelingen tegen gekomen, en de weg leek spookachtig leeg. De enige geluiden die nog door de bossen braken waren de korte wanhopige schreeuwen van dieren en soms mensen die ingehaald werden door het einde. De aarde die in stukken brak, de vuren die uit de spleten omhoog schoten, de dichte mist die het voor de wereld verborg… De groep kon het zich te levendig voorstellen, en door iedere schreeuw werden ze aangespoord, wetend dat ze werden ingehaald door dit noodlot.

Een van de reizigers keek om en bleef plotseling staan. Je had de puf niet om terug te kijken, maar het moment dat je in zijn ogen keek zag je het licht van het vuur erin weerkaatst. Wanhopig probeerde je te versnellen. Het dorp was zo dichtbij. Nog even… Je wist een ander in te halen, en geen tel later hoorde je haar struikelen en gillen. Naast je zag je een lange scheur door het pad heen trekken. Mist trok rond je voeten. Zag je daar licht tussen de bomen? Kon je het halen?

Plotseling was er een flits van groen voor je, een vorm op het bospad, een grijns en de weerkaatsing van vlammen op glinsterend metaal. Je kon niet meer remmen, te moe om jezelf te verdedigen, de dolk onvermijdelijk in je pad… 

Tot iets je greep en naar achter trok. Van vooruit rennend naar achteruit vallend in de spanne van een hartslag. Waar de grond je had moeten vangen was niets. Waar de vlammen je hadden moeten verbranden was enkel duisternis. Hetgene je naar achter trok was nergens te bekennen. Er was enkel zwart om door te vallen, eindeloos vallen.

Je weet niet meer hoe lang je al valt. De pijn in je benen is weg, er is geen honger of dorst. Maar opeens is er een geluid. Een stem, vlak bij je oor, de bron verstopt in de duisternis.

“Deze was te laat.” Een kalme stem, als een zachte ademhaling, een fluistering met eindeloos volume.

“De paden worden al gelopen. Inderdaad, te laat.” Een stem als een koor, velen die tegelijk spreken, scherp en warm tegelijk, onverbiddelijk maar ook omarmend.

“Aw, jullie zijn niet leuk met spelletjes. Een beetje valsspelen hoort er toch bij?!” Een stem vol jeugdigheid, een lach in iedere toon, onbezorgd en speels. “Bovendien,” vervolgt dezelfde stem met een kleine giechel, “we kunnen alle hulp gebruiken…”

Plotseling is er licht. Je ziet de lucht boven je en de bomen om je heen. Het is dag… en je leeft.

Lees meer

Omen logo

Teaser 1 (Omen XXXI) – De Reiziger en de Weg

Laat in de middag besloot je te stoppen op een plek langs de Grijze Straat, daar waar vele reizigers rust vonden in de schaduw onder de bomen. Een kleine rustplek, aangelegd als onderdeel van het grote rijkswegennetwerk dat de Keizer bijna 80 jaar geleden liet bouwen, al voor zijn dood en herrijzenis.

Al terwijl je hier je rugzak neerzette en begon je tent op te zetten, merkte je dat de stemming in het langzaam groeiende kamp aangenaam was. Misschien dankzij het goede weer, of wellicht vanwege de aankomende Dag der Herrijzenis, of simpelweg omdat de reizigers hier vroeg gestopt waren en blij waren gelijkgestemden te vinden. Er liepen mensen, elfen, dwergen en alles daar tussen. Je zag zelfs de grijze huid van een aardling, zeldzaam in deze regio. Door elkaar heen zaten ze allen aan vuren en deelden drank.

De reizigers met wie jij een fles deelde vertelden je verhalen uit de omgeving: over een graaf die het Rijk verraden had en daarvoor gedood werd; over een orde van strijders die in naam van Angharad zouden zoeken naar een oud kwaad, en de sporen die ze daarvan in deze regio vonden; over een eeuwenoud rijk dat onder de grond vandaan was gekomen, maar door de lokale bevolking ook weer teruggeslagen was – volgens sommigen dankzij de machtige gebedsplekken voor de Goden die dit dorp zou bezitten. En misschien werd nog wel het luidste gepraat over een fabelachtig tweekoppig monster die hier in de buurt gezien zou zijn, al is dat nieuws al weken oud.

Naarmate de avond vorderde en meer reizigers zich aansloten, werd de sfeer wilder. Vermoeide reizigers probeerden hun vermoeide voeten te vergeten met behulp van drank. Anderen begonnen zich vast in te drinken voor het feest van morgen. Er ontstonden wat opstootjes waar een trotse elf en een minstens net zo trotse inwoner van Breedewater elkaar troffen. Maar laat in de avond begon de rust langzaam het kamp over te nemen.

Als een van de laatsten zat je aan het kampvuur toen iemand de rook boven de bomen zag. Door de heldere maan werd de zwarte rookpluim goed zichtbaar, en aan het vuur was men het al snel eens dat dit uit de richting van Oudeschacht kwam: jouw bestemming. 

Plots was er een licht -feller dan de maan- dat door de hemel trok en een spoor achterliet aan de horizon. Een vallende ster, die achter de bomen leek te verdwijnen, exact daar waar de rookpluim de hemel in steeg. Even was het stil aan het kampvuur, terwijl alle blikken zich richtten op de hemel boven Oudeschacht. Er gingen vreemde verhalen over dit dorp, beloftes van avontuur en waarschuwingen van gevaar. Sommige reizigers waren deze ochtend door het dorp gereisd. Anderen zouden er morgen langs komen. De stemming aan het kampvuur werd ongerust, maar zonder antwoorden viel het gesprek ook snel stil. En met een laatste blik in de richting van je bestemming van morgen besloot je om je tent op te zoeken.

Zo kwam de ochtend en het laatste stuk van je reis. Vele anderen gingen dezelfde kant op, en met hen wandelde je en werden de wildste suggesties gedaan over de oorzaak van de rook en de gevolgen van een vallende ster. Tijdens een pauze voor lunch werd je groep ingehaald door een van de vele processies in eer van de Keizer, een feestelijk geheel waar velen muntstukken naar wierpen en woorden van dank en gebed voor spraken, terwijl de processie hun weg vervolgden. Maar op het moment dat de processie uit het zicht verdween leek het alsof de blauwe hemel een moment wit werd. Een tweede vallende ster, zo helder dat zelfs bij daglicht haar licht verblindend was, trok over, schijnbaar net boven de boomtoppen…

Je was niet de enige die het daarna rustig aan deed. Misschien was er enige angst om de oorzaak van de zwarte rook te ontdekken. Misschien vreesde men de gevolgen van het vallen van een ster. Wie zal het zeggen? Hoe dan ook werden er in de middag kleine passen gezet en rustig gepauzeerd voor een diner.

En zo komt het dat je deze avond voorzichtig Oudeschacht nadert. Je ruikt nog geen geur van vuur en ziet nog geen open plekken waar een ster het bos heeft weggevaagd, maar er is nog enige afstand af te leggen. Voor nu is er alleen het geluid van de vele voetstappen. En dan het geluid van de groep die collectief de adem inhoudt, als een verblindend maar geruisloos derde licht vlak bovenlangs scheert, wederom in de richting van het dorp… Jouw bestemming. En je vraagt je af; waar ben ik aan begonnen?

Lees meer

Omen logo

Teaser 4 (Omen XXX) – De Laatste Stappen

Op plateau bekend als Aguavista was het uitzicht altijd schitterend. Op goede dagen kon je de schittering van de torens van Torquil zien, en de masten van de schepen in Puerto de la Muerta. Vealvilla strekte zich uit onderaan de uitgestrekte rotspartijen. Een aardig deel van de hardbevochte grens tussen Keizerrijk en de Noorderlijke Allianties is zichtbaar, en dat maakte deze plek een populaire voor de generaals van de Allianties. Ook Keizer David de Grote voerde enkele van zijn belangrijkste veldslagen vanaf hier aan.

Vandaag is het uitzicht anders. Vanaf deze hoogte is het einde goed te zien. De torens van Torquil zijn niet meer. Puerto de la Muerta licht voorbij de cirkel van dichte mist, die in de nacht felrood opkleurt als teken van de vuurzee die er in verstopt zit. En Vaelvilla… Ilona wil er niet naar kijken, maar ze haalt opgelucht adem als de wind eindelijk draait, en daarmee de geluiden en de geuren van een stad die in het einde valt eindelijk verdwijnen. Alleen het geluid van de dicterende stem blijft over, een monotone bas, zachtjes ondersteund door het gekras van meerdere pennen.

(meer…)

Lees meer

Omen logo
Omen logo
Omen logo

Teaser 1 (Omen XXX) – Tamara Blackeye schrijft

Geachte dorpelingen,

Het lijkt nog niet zo lang geleden dat jullie mij hebben gered uit de krochten van Holgers Hold, maar inmiddels is er veel gebeurd. Dorpen en steden zijn verdwenen en tijdens mijn reis heb ik veel verloren zien gaan. Het einde is waarlijk in aantocht.

Laat mij beginnen met een korte samenvatting, want in mijn reizen heb ik geleerd dat de aandachtsspanne soms korter is dan zelfs de jongste dwergen. Op de 21e dag van de 10e maand van het jaar 3991 kom ik naar jullie dorp, met 13 scherven die de kracht hebben om de nieuwe wereld vorm te geven. Aan ieder scherf zal een voorwerp gebonden worden, dat symbool staat voor iets dat krachtig zal zijn in de nieuwe wereld. Ik breng twee gidsen mee, die jullie de kans zullen geven bijzondere voorwerpen op te halen. Ik vraag jullie een festival te organiseren, waarin kandidaat-voorwerpen voor de scherven getoond worden, en alles waar ze voor staan gevierd wordt. Dit festival zal eindigen met de Ceremonie der Scherven, waarin ik de scherven zal verdelen. Dit alles zal in deze brief uitgebreid uitgelegd worden.

(meer…)

Lees meer

Omen logo

Teaser 4 (Omen XXIX) – De weg naar Esperanza

Twee jaar… Ruim twee jaar. Lange tijd ben je weg geweest. Lange tijd heb je gedacht dat je niet meer terug zou keren. Na die ene nacht, zo onverwacht, dat het gevecht opeens leek om te keren. Dat de eeuwige winnaars plotseling verloren. Dat er geen mogelijkheid voor onderhandeling bleek. Na die ene nacht ben je niet meer terug gekeerd. Maar je gedachten zijn nooit helemaal weg geweest. Je hebt daar zo veel meegemaakt. Zo veel achter gelaten. Zo veel nog te ontdekken.

(meer…)

Lees meer

Omen logo

Teaser 3 (Omen XXIX) – De Heilige Madrina

In de restanten van haar eigen geest kijkt Madrina naar de leegte om zich heen. Net nog waren daar anderen, vreemdelingen voor haar, die op de golven van haar gekte naar haar toe gezwommen waren. Ze kon zich niet meer herinneren dat ze geroepen had, maar ze moet het gedaan hebben, want de vreemdelingen waren gekomen. Ze kon zich niet herinneren dat ze een visioen de wereld in gestuurd had, maar ze moet het gedaan hebben, want daarin kwam ze hen tegen, en daarin zit ze nu nog zelf.

(meer…)

Lees meer

Omen logo

Teaser 2 (Omen XXIX) – Alton Calitri

“Marille, mijn liefste, kom eens zitten.”

“Ik heb geen tijd, schat. Alton heeft zijn getrouwelingen bij-een geroepen, en ik kan niet te laat komen.”

“Daar gaat het me nu juist om. Kom, het duurt niet lang.”

“Roald… Moet dit écht nu? Ik ben binnen het uur terug, dan…”

“Marille, alstjeblieft. Ga zitten.”

“Pfah! Maar houdt het dan kort!”

(meer…)

Lees meer

Omen logo

Teaser 1 (Omen XXIX) – De Zon

De oorlog is bijna overal. Er zijn geen landen meer die zich terug kunnen trekken. Ook de stadsstaat Benice voelt de gevolgen, want hun alliantie met de Ivoren Toren kan niet alles buiten de grenzen van hun landen houden. Zelfs in deze duistere tijden gaat de dappere redactie van de stadskrant De Zon nog door met publiceren, en weten ze het nieuws lekker luchtig te houden. In deze editie; een mix van nieuws uit Benice en nieuws uit de wijde wereld, die ook bewoners van alle andere delen van de wereld aan zou kunnen gaan… Nu, verkrijgbaar bij handelaren over de hele wereld: De Zon!

Lees meer