Haldor is de architect der orde, de schrijver van de wetten van het geweten. Hij is de beschermer van zij die in hun recht staan en zij wier onrecht is aangedaan. Hij die luistert naar iedereen die opzoek is naar gerechtigheid en naar de zondaren die hun geweten willen lichten. Rigide tot op de letter speurt hij alle gewetens af opzoek naar gerechtigheid, opzoek naar orde. En wee hen die zijn rechtbank betreden met een smet op hun ziel.
Haldor wordt meestal afgebeeld als een oude, eerbiedwaardige man in een toga. Hij is de beschermgod van de ordebewaarders en rechters en magistraten. Hij heeft geen zichtbaar gevoel voor humor, al zullen toegewijden zeggen dat hij diep van binnen geluk en blijdschap voelt bij iedere eerlijke rechtspraak.
Het geloof van Haldor word voornamelijk aangehangen in de steden, door mensen die geloven in een hoger gerechtigheid en orde, en die het antwoord zien in niet met vuisten conflicten beslechten maar met reden en recht. De priesters van Haldor zien zijn heilige orde als het grootste goed en gerechtigheid een middel om deze orde te bereiken en te waarborgen. Meestal is het symbool van Haldor een zwaard met een vlijmscherp blad, waarmee de grens tussen recht en onrecht in uitermate precisie mee getrokken kan worden. Maar soms ziet men ook een hamer als symbeel, welk symbool staat voor het bouwen aan zijn orde. De priesters van Haldor dragen gewaden vervaardigd uit zwart en wit, om de schoonheid en het contrast van de orde die zij na streven weer te geven.
Het symbool van Haldor is een executiezwaard, zonder punt.
“Vrouwe, ik heb uw hulp nodig, ik ben teneinde raad!”
“Wat is er niet in orde?”
“Mijn vee is mij ontvreemd en ik heb het geld niet om de dief te dagen.”
“Als u rechtschapen bent en u woorden de waarheid zijn, zal Haldor u bijstaan.”
“Mijn woorden zijn zuiver en al dat ik heb achtergehouden zal ik biechten.”
“Treed u binnen en uw zaak voor het oordeel van Haldor verschijnen.”
Gesprek tussen Tjippe Houve, veehouder, en de hogepriester van een kerk van Haldor.