IJzerhaard- Rijk der Dwergen

Ooit woonden de dwergen in Orothan’s Spine. Volgens hun eigen geschiedenis wonen ze hier al vanaf de dag dat de wereld gemaakt werd, lang voordat de eerste elven het daglicht zagen. De dwergen kwamen zelden naar de oppervlakte, en groeven almaar dieper in bergen rijk aan goud, ijzer en andere delfstoffen. Het volk kende voorspoed en er waren vele clans, tot bijna een millenium geleden de monsters van de nacht kwamen. Binnen enkele decennia was de dwergenbevolking flink uitgedund en waren alleen de Holger en Murdaral clan nog over, verjaagd uit hun bergen en tunnels. De twee clans hadden geen andere keuze dan op zoek te gaan naar een nieuwe plaats om te wonen.

Na een exodus van maanden, kwamen de dwergen aan bij de Hazed Mountains. Ze stuurden verkenners de dikke mist in, maar de enkeling die terugkwam, was compleet in de war. Ook dit bleek geen goed thuis. Bijna ontstond een splitsing tussen de clans, maar dankzij het harde werk van enkele dwergen bleven ze toch samen, en trokken ze door naar het laatste grote berggebied dat de wereld kende, de bergen die tegenwoordig bekend staan als Holger’s Reach. Het gebied bleek totaal verlaten, de bergen nog onaangetast door gravende wezens. Het was de ideale plek om een nieuw thuis te vestigen. Zo begonnen de twee clans aan het bouwen van de nieuwe thuislanden van de dwergen. Clan Murdaral begon met de bouw van Murdaral’s Gate, waardoor een vlake tussen de bergen werd afgesloten. Clan Holger begon direct te graven en bouwde dicht aan de oppervlakte de stad Holger’s Hold, van waaruit ze wederom tunnels begonnen te graven.

De gezamelijke clans hadden één ding geleerd van de monsters in Orothan’s Spine: In de dieptes van de aarde zitten dingen, die niet wakker gemaakt mogen worden. Ze zworen aan elkaar nooit meer te diep te graven. Toch hebben de beide clans dit anders opgevat. Clan Murdaral leeft sinds de aankomst in Holger’s Reach vooral aan de oppervlakte. Hun huizen zijn uit de bergwanden gehouwen, en vrijwel alle huizen hebben daglicht. De grootste verzamelingen van Murdaral dwergen leven rondom Murdaral’s Gate, Wyndham en Rorhym, maar ook op vele andere plekken in de bergen bevinden zich steden en dorpen van de Murdarals.

Clan Holger, daarintegen, leeft nog steeds het liefst buiten het zicht van de zon. Vanuit Holger’s Hold hebben ze uitgebreide tunnelnetwerken gegraven, en in vele grotten zijn nederzettingen gebouwd. Toch blijft Holger’s Hold zelf de enigste grote stad, gebouwd in een gigantische uitgegraven grot, gestut door enorme pilaren. Clan Holger graaft niet meer zo diep als vroeger, maar in plaats daarvan gaan ze steeds verder. Dankzij hun werk zijn niet alleen alle woonplekken van de dwergen aan elkaar verbonden, maar zijn er ook ondenkbaar lange tunnels die onder de gehele bekende wereld door lopen. Het is onder dwergen algemeen bekend dat er geen enkele plek op de wereld is op méér dan twee uur loopafstand van een toegang tot de tunnels. Maar waar die ingangen precies zijn, dat weten de meeste dwergen niet, laat staan dat de mensen en elfen weten waar in hun rijken de dwergen binnen kunnen komen.

De dwergen zijn een rijk volk. Clan Holger weet waar de rijkdom in de grond zit, en heeft ondergrondse lavapoelen gevonden waar alle metalen omgesmolten kunnen worden. Vanaf sommige van die lavapoelen lopen aangelegde lavastromen naar plekken aan de oppervlakte. Clan Murdaral heeft zich gespecialiseerd in het verwerken van de ruwe metalen, en van hun aanbeelden komen de beste wapens en pantsers die deze wereld kent. Zeker de lavasmederijen hebben een vrijwel legendarische status op de wereldmarkten. Vanuit Murdaral’s Gate wordt er gehandeld, vrijwel exclusief met Benice en Torquil, en zo komt er goed geld terug naar de bergen, waarmee de dwergen zichzelf van voedsel en andere zaken voorzien die in de bergen niet makkelijk te krijgen zijn.

De twee clans van de dwergen verdelen zich onder in Haarden. Dit zijn een soort van gigantische families, die vaak duizenden leden tellen, maar volgens de legendes afstammen van dezelfde ‘oerdwerg’. In de Moederhaarden wordt de bloedlijn doorgegeven via de vrouwelijke lijn, in de Vaderhaarden via de mannelijke lijn. Elke Haard wordt geleid door de oudste Vader of Moeder van de hartfamilie van de Haard. Binnen de Haard is hun woord wet, en iedereen kijkt met respect naar deze zeer ervaren dwergen, vrijwel allen de 100 levensjaren gepasseerd. Toch regeren ze niet als tirannen, want de gewoontes en tradities van iedere Haard zijn zo oud dat er weinig nodig is om het gewone leven door te laten lopen. Veel van de Haarden hebben een bepaalde specialisatie. Er zijn gravers en stutters, wapensmeden of pantsersmeden, priesters en genezers. Dwergen van de Haarden wonen dus ook vaak dwars door elkaar. Ze zijn te onderscheiden door bepaalde stijlen en kleding, tattoos, of haardracht.

Enkele keren per jaar komen de oudsten van alle Haarden samen in de Raad van de Aardouders. Deze verzameling van Haardleiders is de enige overkoepelende macht die het rijk IJzerhaard kent. Er zijn geen koningen of koningen, geen adel en geen recht van de rijksten. De Aardouders maken samen de beslissingen die invloed hebben op alle dwergen. Dit kan gaan over de grote handelscontracten, over het openen van nieuwe tunnels, of over het sluiten van allianties. Zo was het de Raad van de Aardouders die in het jaar dat de Keizer gekroond werd besloot een gift te sturen en de vrede met het mensenrijk vast te leggen in een handelscontract, en gaf de raad ook het akkoord op het vertrek van de Haard Jarsuk uit het bergenrijk toen een van hen Hertog van Brenna werd. Toch is het een zeldzaamheid dat de Raad beslissingen neemt. Meestal draait alles redelijk vanzelf.