Kalithé – God van Eeuwigheid, Preservatie en Ontstijging

Kalithe, de Vereeuwigde, wordt vaak beschreven als een wezen met 3 gezichten, verhuld in de schaduw van zijn verwording tot god. Alleen zij die Zijn laatste gift ontvangen hebben kunnen deze schaduw waarlijk doorboren. Maar de 6 oplichtende ogen zijn te zien voor eenieder die het eigen bestaan wil vereeuwigen.

Kalithé’s gevolg streeft Zijn belichaming van preservering na. Zijn reis is getekend door het gevecht om te bestaan. Hij begon als sterveling, werd ondode, lich en uiteindelijk bereikte Hij het godendom. Zijn ambitie tot vereeuwiging heiligt alle middelen, en deze ambitie is terug te vinden in alle harten van Zijn volgelingen. Allen zijn ze gebrand op het afwerpen van het juk der sterfelijkheid.

De volgelingen van Kalithe zijn altijd opzoek naar manieren om het bestaan van zichzelf (en zij die rond hen lopen) te verlengen om uit eindelijk het geheim van de eeuwigheid te kunnen ontrafelen. Het geloof van Kalithe stelt boven alles de heiligheid van bestaan. De vorm waarin dit voortbestaan gebeurt is voor de meeste van de gelovige geen vraagstuk waar veel aandacht aan besteed wordt. Er wordt niet afkeurend gekeken mocht deze vorm zich aan de andere kant van dood en leven bevinden. De grootste zonde is om bestaan verloren te laten gaan. Als iets moet sterven, zorg dan dat dit einde het bestaan van jou en je naaste versterkt.

Kalithe behoort tot één van de Allianties, samen met Mist en Necromantie. Lees hier meer.

Het symbool van Kalithé is de omgekeerde Ankh.

“Ze helpen niet langer.”

“Wie niet?”

“De priesters van Trovat, de genezers van Moira, de kwakzalvers van Driscoll.”

“Je bestaan laat hun koud?”

“Ik ben ten einde raad! Deze ziekte zal mij claimen en al waar ik voor gewerkt heb zal vergaan…”

“Het einde wat jou wordt opgelegd is niet iets wat je hoeft te accepteren.”

“Maar niemand wil mij helpen!”

“Nee, je kijkt verkeerd. Kom vanavond naar de mis en ik zal Zijn ogen voor je laten open.”

“Kan Hij mij helpen?!”

“Hij zal je leren anders te kijken en leren al het bestaan wat jou de rug toe keert te gebruiken, om jouw ark te repareren.”

Uit “Vertellingen over Priesters” door Tibald Dornwoord