De totale geschiedenis van deze wereld is niet in enkele boeken te vatten. Bibliotheken zijn er over vol geschreven, en over weinig dingen zijn de geschiedschrijvers het écht eens. Zelfs elementaire feiten, zoals de leeftijd van de wereld, worden betwist, want de jaartelling die de stervelingen gebruiken zou er honderden jaren naast kunnen zitten.
Toch zijn er wel dingen die, in ieder geval in grote lijnen, in alle geschiedenisboeken hetzelfde zijn. Neem, bijvoorbeeld, de indeling van de geschiedenis in perioden. Bijna alle geschiedschrijvers houden dezelfde tijden aan: Tot ruwweg het jaar 2000 praat men over de Tijd van Verandering, een tijd waar maar weinig over zeker is, maar veel legendes over geschreven en gesproken zijn. De duizend jaar daarna noemt met de Tijd van Verlichting, waarin de stervelingen de Goden ontdekken, en met de hulp van de Goden beginnen te bouwen aan samenlevingen die groter zijn dan dorpjes. Tussen het jaar 3000 en 3500 spreekt met over de Tijd van Komen en Gaan, waarin volkeren over de wereld bewegen en nieuwe huizen op zoeken. Vanaf 3500 spreekt met over de Tijd van Vereniging, waarin de verschillende rassen zich in enkele rijken vereniging. Of die Tijd al écht geëindigd is, is nog maar de vraag, maar veel geschiedkundigen zeggen dat dit tijdperk eindigde in 3925, met de dood en wederopstanding van de Keizer. De jaren daarna noemen ze dan slechts de Jonge Dagen, een tijdperk dat zijn naam pas in de toekomst zal krijgen.
De Tijd van Verandering
Voordat alles er was waren er alleen de elementen. Veel is hier niet echt over bekend. Er zijn geruchten dat de Dwergen en Elfen al vroeg in deze tijd bestonden, maar dat kan niet bevestigd worden. Uit de latere jaren van deze Tijd stammen de eerste geschriften, allemaal in handen van de Elfen. Wat we uit die teksten weten van vroeger is dat de wereld nog minder gevuld was en dat er speelruimte was voor de elementen, die meer in beweging waren dan ze tegenwoordig zijn. Of het door deze elementen komt of door de rassen zelf weet niemand, maar de stervelingen zijn zich gaan vestigen in het land, en waar zij kwamen, kwamen de elementen tot rust. De Dwergen huisden zich in de bergen nu genoemd Orothan’s Spine en de Elfen huisden zich in de bossen van de hele wereld. De mensen kwamen pas veel later op deze wereld terecht. Naast deze volkeren op de wereld waren er ook andere wezens, maar over hen is maar weinig bekend.
De Tijd van Verlichting
De tijd van verlichting wordt getekend door twee belangrijke gebeurtenissen: De openbaring van de goden tot de stervelingen, en het ontdekken van landbouw met als gevolg daarvan het ontstaan van steden en noemenswaardige samenlevingen.
Het is vrijwel onmogelijk om in de weinige geschriften uit deze hele vroege geschiedenis jaartallen te halen. De beste gok is dat de verschillende Goden zich rond het jaar 2000 aan de stervelingen openbaarden, veelal via profeten die met de Goden spraken. Zij waren toen nog niet met zo veel als nu. Moeder Tristeza kwam eerst, samen met Het Kind, Catrion en Rystill. Niet veel later volgden Angharad, Moira en Driscoll. Shivaun en Haldor kwamen samen. En als laatste van de Goden die zichzelf toonden kwam Trovat, alsof hij eerst een omweg genomen had. De Waakster kwam niet uit zichzelf, zij werd pas ruim honderd jaar na de andere goden ontdekt door een Ziener die haar grenzen niet kenden. Rond diezelfde tijd was er ook de sterveling Doran, die door Shivaun verheven werd. En nog enkele honderden jaren later was er de sterveling Kalithé, wiens daden zo groots waren dat de Goden geen keus hadden anders dan hem opnemen in hun pantheon. En na de komst van Kalithe volgende de Stemmen Elysion en Seiavioto, en werden de Allianties gesticht.
Het waren de Goden die wijsheid brachten naar de mensen. Niet alleen landbouw was een belangrijk gift, maar ook de bewerking van bepaalde metalen, de complexiteit van de wet, de kennis over de reis van geboorte via dood naar de brug en daaroverheen, en ga zo maar door. In deze tijd veranderden de stervelingen, want ze woonden eerst in kleine groepen, en nu leerden ze samen werken en wonen. De eerste landen ontstonden in deze tijd, al is er in de huidige tijd niets meer over van deze samenlevingen.
De Tijd van Komen en Gaan
Zoals bijna iedereen weet zijn de dwergen ooit verhuis van Orothan’s Spine naar Holger’s Hold. De elfen wonen niet meer in de uitgestrekte bossen waar ze ooit woonden. De Sutri zijn door een vulkaanuitbarsting van hun thuislanden verdreven. En de mensen hebben zich over een veel groter gebied verspreid dan de plekken waar ze ooit arriveerden. Dit alles gebeurde in de Tijd van Komen en Gaan.
Officieel gezien begint deze Tijd in het jaar 3000. Toch zijn de meeste geschiedkundigen het er over eens dat de Sutri al eerder dan dat dakloos raakten door de uitbarsting van hun vulkaan. De exodus van de dwergen uit Orothan’s Spine wordt geplaatst rond het jaar 3100. De overige verplaatsingen van deze tijd gebeurden meer geleidelijk, en het is waarschijnlijk dat de verspreiding van de mensen hand in hand ging met het samenkomen van de elfen; de elfen vertrokken daar waar de mensen kwamen. Waarom dit gebeurde is onduidelijk. Mogelijkerwijs had de nieuwe kennis uit de vorige Tijd zo veel voorspoed veroorzaakt dat de aantallen mensen simpelweg te snel groeide, en nieuw land nodig was. Sommige elfen wijzen naar de oude elfenhaat die in veel hoeken van de mensensamenleving nog enigszins voelbaar is, en denken dat de mensen hen bewust verdreven.
De Tijd van Vereniging
Na lange jaren van onrust en migratie, brak er na 3500 een periode aan waarin de volkeren elkaar weer vonden. De dwergen waren sterk in hun rijk IJzerhaard. Vroeg in deze Tijd verenigden ook de elfen zich weer tot één volk, onder de vlag van de familie Ylyndar. En vanaf 3831 loopt de legendarische David de Groote op de wereld, en hij verenigt de talloze landen van de mensen tot één groot Keizerrijk. Wonderbaarlijk genoeg werd een oorlog tussen de drie grote rassen voorkomen, voornamelijk dankzij de elfen die in het jaar 3848 hun grenzen openen en contact zoeken met de andere volken. De laatste strubbelingen van deze Tijd gebeuren rond 3870, als er een burgeroorlog woedt in Hertogdom Gresham. Maar na deze tijd blijven de rijksgrenzen zoals ze zijn, en hebben de drie grote rassen hun eigen gebieden. De Keizer krijgt een zoon, waarmee zijn lijn verzekerd lijkt. De grenzen veranderen niet meer, er wordt wereldwijd gehandeld en een tijd van rijkdom begint.
De Jonge Dagen
Het is overduidelijk dat de Wederopstanding van de Keizer een moment is dat nog lang in de geschiedenisboeken zal staan. Hij zal eeuwig heersen over zijn verenigde rijk, of er moet wel iets heel onverwachts gebeuren. Historici beargumenteren dat hiermee de Tijd van Vereniging voorbij is, want de grootst mogelijke vereniging is al gebeurd. Het is daarmee nog onzeker wat deze Tijd gaat brengen, en een duidelijke naam heeft zij nog niet.
Het lijken voorspoedige tijden te gaan worden. Er zijn geen grote oorlogen. Er is voldoende voedsel. De Keizer regeert in zijn rijk, de familie Ylyndar houdt het voorzitterschap over de Elfenlanden, en de Raad van de Aardouders hoeft zelden in te grijpen in het leven van de dwergen. Toch gebeurt er nog genoeg. Vanuit de Hazed Mountains komen altijd onbekende gevaren. Verschillende Hertogdommen worden geregeerd door jonge heersers, andere juist door hele oude, en weer andere hebben net een nieuwe familie aan het roer. Er zijn geruchten over onderlinge onrust in het Pantheon, van een grote onbekende kracht die kwaad in de zin heeft, van een rijk uit een ver verleden dat wakker begint te worden uit een eeuwenlange slaap. Kortom, de Jonge Dagen kunnen nog tot alles verworden. Wie weet hoe lang deze Tijd zal duren, en hoe de toekomst over het nu zal oordelen?