Mensen
Van het mensenras is de minste geschiedenis beschreven in de boeken van de bekende wereld, al zijn ook zij al zeker twee millennia aanwezig. Alleen in de bibliotheken van de elfen zijn nog teksten te vinden over hun aankomst. Sommige teksten spreken over schepen uit het zuiden, anderen van een exodus uit het noordoosten, van ver voorbij de horizon. Het Keizerrijk wijst naar zulke tegenstrijdigheden en noemt alle verhalen over de oorsprong van de mensen onzin: In hun visie waren de mensen er altijd al, en hadden de elfen en dwergen simpelweg geen oog voor zaken voorbij hun grenzen.
Het mensenras is niet alleen het jongste maar ook een van de kortst levende rassen; een mens wordt niet veel ouder dan 80 jaar, zelfs in tijden van vrede en voorspoed. Wanneer de elf een leeftijd heeft bereikt dat ze net als volwassen gezien wordt, is een mens al aan de oude kant. Toch hebben deze jongelingen een sterke stempel gedrukt op de geschiedenis. In grote delen van de wereld zijn ze bij verre uit het meest talrijk.
Het mensenras is zo divers als er leven is in een bos. Wetenschappers proberen hen soms in groepen op te delen: Ze spreken over stedelingen en plattelanders, over binnenlanders en riviervolk, over adel en plebs, over Keizerrijkers en Wilde Landers. Voor andere rassen lijken dit vaak triviale verschillen, maar de gemiddelde mens raakt aardig gepikeerd als je hem voor een lid van een andere groep aanziet. Maar de fysieke verschillen tussen de mensen zijn klein. Een buitenstaander kan enkel aan kleding, accent en gewoontes aflezen bij welke groepen een mens hoort, en zelfs dat is geen garantie. Toch zijn de groepen wel degelijk anders. Stedelingen zijn haastiger dan plattelanders. Binnenlanders zijn lomper dan riviervolk. Adel heerst over het plebs. Keizerrijkers voelen zich verenigd, Wilde Landers voelen zich vrij, en dan zijn er ook nog de zeldzame mensen die gekozen hebben te wonen bij de elfen of de dwergen. Kortom: Iedere mens is anders.
In sommige dingen lijken alle mensen wél op elkaar. Het is een eigenwijs ras, met een sterke eigen wil, waar continue verandering doodnormaal is. Onder mensen zijn geen twee dagen hetzelfde, en is geen enkele heerser écht zeker van zijn macht, behalve misschien dan de Keizer zelf. Zelfs geloof is voor de meeste mensen minder belangrijk dan dat een priester eigenlijk zou willen toegeven. De naam van de goden zal nooit licht gebruikt worden, maar devoot elke dag een gebed opzeggen blijkt een zware opgave.
Wil je meer weten over de verschillende mensen uit het Keizerrijk, verdeeld over de Hertogdommen? Klik dan hier.
Wil je meer weten over de Wilde Landers? Klik dan hier.
Wil je meer weten over het systeem van adel en feodaliteit dat door grote delen van de mensheid gebruikt wordt? Klik dan hier.
Elfen
De Elfen zelf zeggen dat zij al het langst op deze wereld rondlopen. Hun geschiedenissen gaan ruim drie millennia terug. Maar misschien komt dit simpelweg omdat de elfen ouder worden dan de anderen: Een elf kan gerust 150 worden, als er geen ongeluk op zijn pad ligt.
Een elf in een mensenstad als Torquil kan rustig rondlopen. Met een kap op zal ze vaak amper herkend worden. Toch verschillen de elfen in méér van de mensen dan de lengte van hun oren. Vaak zijn ze langer en dunner, al zijn er talloze uitzonderingen. Maar vooral hun blik op de wereld is simpelweg anders. Al zolang de elfen over de wereld rondlopen, lijken ze dichter op de Magie te staan dan andere rassen. Misschien is het slechts omdat ze meer tijd hebben, maar ze lijken zich minder bezig te houden met de veranderingen van de wereld, en meer met haar continuïteit. Elfen kijken naar de lange weg, en proberen veelal verandering te voorkomen, koste wat het kost.
Hoewel de elfen zichzelf tegenwoordig als één volk beschouwen, is er wel een duidelijke verdeling tussen de elfen te onderscheiden. Sommige elfen leven het liefst in de steden, omringd door hun eeuwenoude historie en cultuur. Andere elfen leven liever in de wouden, te midden van de natuur en al haar vergankelijkheid. Hoe die splitsing precies ontstaan is, kan niemand met zekerheid zeggen, maar in de paar boeken die zijn overgebleven over die tijd staat één mythe vooraan.
Aldur en Araima waren broeder en zus in een invloedrijke familie toen de wereld nog jong was. Aldur was gefascineerd door magie en zijn vele uitingen, en spendeerde zijn dagen met het onderzoeken van alle verschillende vormen van magie. Araima was geïnteresseerd in de natuur om haar heen en verzorgde de grote tuinen van de gronden van hun familie. In haar omzwervingen in deze tuinen begon zij een verhouding op te bouwen met Rystill, en leerde van haar hoe zij de natuur kon helpen en de natuur haar.
Aldur trachtte ondertussen in zijn ivoren toren de esoterische mysteriën van de wereld ontrafelde. Hij besloot dat een uitbreiding van het de invloed van de elfen hoog nodig was, omdat zijn kennis nu beperkt werd door de grenzen van het rijk. Een oorlog met de Beastmen en de creaturen van het woud zou de makkelijkste manier zijn om dit te bereiken. Hij maande zijn contacten tot oorlog en al snel werden de eerste stukken bos vrij gemaakt voor uitbreiding van het ontpoppende elfen-rijk.
Araima had in eerste instantie deze misstap niet door, maar toen zij deze aanschouwde confronteerde zij Aldur in zijn toren. Niemand weet exact wat daar gebeurd of gezegd is… Maar na de confrontatie trokken de volgelingen van Araima de bossen in, zwerend dat zij de schade die hun volk had aangericht recht zouden zetten, en dat zij de bossen zouden bewaken tegen Aldur en de zijne.
“Beknopte Geschiedenis van het Elfenras”, pagina 3512, door Anthazal Kyndar
De ergste wonden uit die tijd zijn geheeld, en de elfen leven samen in één rijk. Toch is de splitsing duidelijk te herkennen in het elfenvolk. Zij die zichzelf Hoog-elfen noemden leven in de steden, in hun nette kleding, hun kin in de lucht en in hun handen vaker een boek dan een gereedschap. Zij die bekend kwamen te staan als de Woud-elfen leven in de bossen, gekleed in de materialen die ze daar vinden, hun ogen op de wereld om hun heen en aarde onder hun vingernagels. Maar de twee groepen waarderen elkaar, en zien dat ze elkaar nodig hebben.
De meeste elfen leven in het Elfenrijk Ylyndriad. Wil je daar meer over weten, klik dan hier.
Ook in de wouden van de wilde landen leven nog grote getalen Woud-elfen. Wil je meer over dit gebied weten, klik dan hier.
Dwergen
De dwergen zelf zijn er van overtuigd dat er niemand langer in deze contreien rondloopt dan zij. De elfen zweren erbij dat ze in de begindagen van hun rijk geen dwerg gezien hebben, maar daar hebben de dwergen een simpele verklaring voor: Ze zaten ondergronds, een plek waar de elfen niet komen. Deze oneenigheid is een van de vele redenen dat elfen en dwergen elkaar niet vaak mogen. Ze zijn dan ook erg anders. Waar de elfen meestal langer en dunner zijn dan de mensen, zijn de meeste dwergen juist wat korter en steviger gebouwd. Een dwerg wordt pas als oud gezien wanneer hij de 100 jaren heeft gepasseerd, en kan tot wel 125 jaar oud worden.
Onder de grond bouwden de dwergen eeuwen aan hun rijk en hun rijkdom. Dwergen zijn harde werkers, doorzetters die niet van stoppen weten als ze een doel voor ogen hebben, en met een eindeloos geduld om dat doel te behalen. Ze geven niet veel om de grote mysteriën van de magie, en aanbidden de Goden veelal met hetzelfde doel als alles in hun leven: Het zijn hulpmiddelen om de voortzetting van hun rijkdom, hun familielijn, hun ambacht of iets anders te bereiken. Weinig is gratis bij de dwergen: Alles heeft een waarde, en ruilen is altijd de basis.
Ooit woonden de dwergen in Orothan’s Spine. De bergen waren rijk aan goud, ijzer en andere delfstoffen. De dwergen kenden voorspoed en leefden in vele clans, tot eeuwen geleden de monsters van de nacht kwamen. Binnen enkele decennia was de dwergen bevolking flink uitgedund en waren alleen de clans Holger en Murdaral nog over. De twee clans besloten hun thuis te verlaten en op zoek te gaan naar een nieuwe plaats om te wonen.
Hoewel deze twee clans samen een nieuw thuis vonden in de bergen die nu bekend staan als Holger’s Reach, zijn er hele duidelijke verschillen te merken tussen de twee groepen. Clan Holger leeft diep onder de grond. Ze komen zelden in het daglicht en besteden hun tijd aan het verlengen van hun tunnelnetwerk en het zoeken naar waardevolle stenen en metalen. Ze gooien zelden iets weg, en repareren het alleen als het hoog nodig is. Holger-dwergen zijn veelal kalme figuren, totdat ze tegen de haren in gestreken worden, dan kunnen ze plotseling fel worden. Clan Murdaral leeft juist aan de oppervlakte en gaat niet ver van het zonlicht. Het zijn ambachtsmannen en -vrouwen die graag dingen maken en verhandelen. Ze houden van mooie dingen en maken regelmatig iets nieuws voor zichzelf en hun familie, ook al kan het oude nog tijden mee. Ze zijn energieker dan hun broeders uit de tunnels, en worden niet snel boos. Als iemand kritiek heeft, zullen ze eerder uitgebreid doormaken, want bijna iedere Murdaral dwerg is bijzonder perfectionistisch en altijd op zoek naar verbeteringen.
Zelfs voor buitenstaanders is het onderscheid tussen de twee clans veelal makkelijk te zien: De dwergen van Holger dragen hun baarden lang, de dwergen van Murdaral liever kort. Bovendien, als iemand buiten het dwergenrijk een dwerg ziet, is het bijna altijd een Murdaral dwerg, want de Holger-dwerg die het daglicht opzoekt is de grote uitzondering in zijn clan.
Wil je meer weten over het rijk waarin de dwergen zich verenigd hebben? Klik dan hier.
Buiten het dwergenrijk vind je de meeste dwergen in Hertogdom Brenna, dat door een dwerg bestuurd wordt. Wil je daar meer over weten, klik dan hier.
Andere rassen
Van alle rassen zijn de mensen, elfen en dwergen bij verre na het meest talrijk in de bekende wereld. Maar er zijn er zeker meer dan deze drie. Er is vrij weinig bekend over de andere rassen, en de gemiddelde sterveling heeft geen tot weinig kennis van deze wezens. De meesten hebben ze nooit gezien, sommigen hebben nog nooit van ze gehoord. Hun namen komen het meest voor in sprookjes en fabelen, om kinderen te verwonderen of angst aan te jagen. Hieronder beschrijven we enkele rassen, maar wie weet wat er nog meer rondloopt in de donkere wouden of duistere bergen?
Sedrunai
Dit volk wordt ook wel het meervolk genoemd. De sprookjes vertellen dat ze leven in diepe wateren en slechts heel zeldzaam het vaste land opzoeken. In sommige verhalen zijn het geesten, in anderen vissen die soms de vorm van een mensachtige aannemen, maar meestal zijn het geschubde mensachtigen die het eeuwige leven genieten in het water, maar altijd onfortuin vinden als ze op land stappen. Een Sedrunai ontmoeten is een kans om eindeloze kennis te vergaren, want de diepste wateren herbergen grote geheimen.
Beestmensen
Menig kind heeft nachtmerries gehad over de wezens waarin de wildheid van dieren en de moordzuchtigheid van mensen is gecombineerd, die uit de diepste wouden komen om hem uit het bed te lichten. Wetenschappers maken het een minder spannend verhaal, en spreken slechts over een vervallen tak van het mensenras, die veel intelligentie en beschaving hebben ingeruild voor een terugkeer naar de oude, wilde paden. Één ding is duidelijk: Beestmensen zijn gevaarlijk, en er valt niet mee te praten. Het is maar beter om ze niet kwaad te maken.
Aardlingen
In het westen van het Elfenrijk ligt tussen de uitlopers van Orothan’s Spine een grote vlakte waar magie geen grip krijgt. Op die vlakte leeft een grijshuidig volk met kalme geesten en sterke lichamen: De Aardlingen. Al generaties lang zijn zij de bewakers van de Grijze Toren, een gevangenis van magiërs. Anders dan de andere rassen, leven ze makkelijk in de magieloze gebieden: Het volk kent zelf geen magie. Nog nooit is er een aardling geboren met aanleg voor elementalisme, occultisme of spiritualisme. Het volk komt bijna nergens anders in de wereld voor, al zijn ze de laatste jaren steeds meer aan het reizen.
Goblin
Niemand kan zeggen een goblin gekend te hebben. Zelfs in de sprookjes zijn het wezens die vluchtig langskomen, hun neus in zaken steken waar ze niets mee te maken hebben, en dan weer verdwijnen. Ze lijken alles grappig te vinden, en totaal geen gezamelijk doel voor ogen te hebben. In vrijwel elk sprookje of legende vind je er wel één; elk verhaal heeft tenslotte een grappig, onhandig, humoristisch personage nodig.
Speelbare rassen
Iedere speler op Omen kan een mens, dwerg of elf spelen. Hiervoor is geen verder overleg nodig. Wel kan je eventueel bij de spelleiding specifieke vragen stellen, om kennis te krijgen die iemand van dat ras zou hebben.
Goblins zijn in geen enkel geval speelbaar. Ook achtergronden met dergelijke wezens erin worden in principe afgekeurd. Andere rassen, ook anders dan hier genoemd, kunnen alleen gespeeld worden in overleg met de spelleiding. Je kan een idee aan ze voorleggen, en dan kan er in overleg gekeken worden wat er mogelijk is. Houdt er wel rekening mee dat we een erg sterke voorkeur hebben voor de ‘standaard’ rassen.