Brief geschreven aan Helatum Gracfoot, Moeder van Betmael Gracfoot.
Lieve Mam,
Begin deze week ben ik aangekomen bij de grote poort van Rorhym, het lijkt toch dat Pa het een mooier heeft verteld in zijn verhalen dan dat het daadwerkelijk is. Ja, het is een super grote poort met mooi versierde metalen platen, maar zover ik kan zien zijn er geen Magische pratende dierenkoppen. Wel klopte het dat de rookpluimen al van ver waren te zien.
Zoals je al zei zou ik laat aankomen. Daarom heb ik meteen de Herberg gezocht die jij en Pa hadden bezocht op jullie vakantie. Helaas was deze niet meer te vinden in het Smids-district. Daarom heb ik maar een slaapplaats gevonden in “De Spiegelende Steen”. Deze Herberg grenst aan het steenslijpers gilde en zover ik het begrijp hoort de Herberg daar ook bij. Ze hebben heerlijke warme maaltijden van geroosterde everzwijn tot verschillende bier-soepen. Er was zelfs een gerecht dat smaakte naar jouw tomatenbrood in bouillon vocht.
Morgen mag mag ik hopelijk mijn eerste stempel zetten in mijn eerst gemaakte voorwerp. Mijn leermeester zegt dat het wel goed gaat komen met de Keurders. Eigenlijk vind ik dit wel spannend, want als ik dit heb gedaan mag ik mezelf een echte heuvel dwerg noemen! Ik ga mij snel nog even wassen en duik daarna onder de wol, zodat ik morgenvroeg rustig kan opstaan. Want je weet dat ik daar moeite mee heb. Vooral nu het drukker is geworden in de straten, er lopen nu naast de dwergen ook mensen in de districten. Maar ja, daar heb ik natuurlijk niks over te zeggen. Misschien willen ze mijn ambacht of werk wel kopen.
Hopelijk spreek en zie ik jou snel weer.
Betmael Gracfoot