In de wintermaanden gaan de leden van de Orde van de Kamer volgens traditie op bedevaart naar het Zielenmeer, in hun thuisregio Vaelvilla. Alle leden van de Orde wassen zichzelf in de heilige wateren en vernieuwen hun eden aan hun Vrouwe van de Dood, Angharad. En op de derde avond van de bijeenkomst verzamelen de paladijnen zich in de grote tent van de Doodswaker, hun leider, om te praten over het dorp Oudeschacht.
De paladijnen, allen belangrijke leden van de Orde en aanvoerders van vele troepen, spreken allen hun afschuw uit over de zaken die ze aantroffen in Oudeschacht. Een dorp dat schijnbaar de elementen méér aanbidt dan de goden. Een dorp waar bijzonder krachtige shrines verwaarloosd worden. En, bij verre het ergste, een dorp waar onheilige rituelen werden uitgevoerd om de wereld zelf haar heilige einde te ontnemen. Het is de ergste misdaad die er kan bestaan, in de ogen van deze paladijnen: Oneindigheid.
De Doodswaker hoort de verhalen aan, stelt vragen, brengt soms lichtheid in de discussie met welgeplaatste grappen en soms juist zwaarte door aandacht te geven aan de juiste details. Deze man is een inspiratie voor degenen die hem volgen, een voorbeeld in de leer van de Vrouwe, iemand die het meeste uit het leven haalt maar ook immer de eindigheid omarmt. Eenieder in deze tent is bereid om in dienst van de Doodswaker te sterven, velen kijken zelfs uit naar het moment dat zij de Brug met eigen ogen mogen aanschouwen.
En dus valt direct een doodse stilte op het moment dat de Doodswaker om rust gebaart. Iedereen hangt aan zijn lippen als hij spreekt. “Señoras, señores, er kan geen twijfel over de conclusie zijn. Onze heilige taak moet zijn om de zondaars van Oudeschacht het licht van de lantaarn van Santa Muerta te tonen. We weten dat zij formidabele tegenstanders zijn. Zelfs met onze bondgenoten hebben we het vervloekte volk nog niet kunnen verslaan. Het is, kortom, hoog tijd dat ik mijzelf in deze strijd meng.”
Het gejuich in de tent is oorverdovend, en ook het lagere volk van de Orde in de tenten er om heen mengt hun stemmen in het gejuich. Want zij weten allen: De Doodswaker zal niet sterven terwijl hij in de strijd meevecht. Met hem aan hun zijde zal de Orde altijd zegevieren. Oudeschacht zal vallen.