In de wintermaanden wordt de reis over de Grijze Straat veel gevaarlijker dan men gewend is. De weg loopt door een bossig gebied op de grens tussen Brenna en Vaelvilla, en is sowieso een route geplaagd door bandieten en boswezens. Maar deze winter is daar een onverwacht gevaar bij gekomen: Goblins.
De groene wezentjes zijn bekende figuren voor vrijwel iedereen, vreemde herriemakers die zich te pas en te onpas laten zien in dorpen en soms steden. Ze worden daar bijna vergeleken met ongedierte; irritant maar onvermijdelijk. Soms zijn ze zelfs best amusant, in zeer uitzonderlijke gevallen behulpzaam. Vaker komen ze dingen stelen of blijken ze opeens met dolken rond te lopen. Met goblins weet je nooit waar je aan toe bent.
Maar de goblins langs de Grijze Straat zijn anders. De reizigers die ze gezien hebben, waren verbaasd over hun intelligentie en schrokken van de agressie. Allemaal getuigen ze van georganiseerde aanvallen, al kan niemand zeggen wat de goblins er mee willen bereiken.
De ambtenaren in de hallen van het Keizerlijk Hof, waar alle meldingen worden verzameld en gedocumenteerd, zijn de eersten die het patroon zien. Niet de hele Grijze Straat wordt aangevallen, de goblins zijn niet overal. Wie de aanvallen op de kaart bekijkt, kan duidelijk zien dat er drie groepen goblins zijn, en dat ze zich verplaatsen.
De eerste groep is vanuit het zuiden het gebied binnen gekomen, meldingen in Graafschap Lindeboom bevestigen hun route vanuit de Hazed Mountains. De andere twee groepen reizen juist vanuit het noorden af, de eerste groep waarschijnlijk vanuit Orothan’s Spine, de tweede vanuit Holger’s Reach. En wie hun reissnelheid in het verleden uitrekent en daarmee berekend waar ze elkaar zullen ontmoeten, komt uit bij een klein dorpje met de naam Oudeschacht…