Torquil, Zomer 3984
Hooggeachte Ylyndar, hoogste leider der elven,
Wij in Esgard zijn nog steeds loyaal aan u, o hooggeachte. Daarom schrijf ik u dit belangrijke nieuws. Keizerin Rachelle Safira Loagairn had mij vandaag in haar paleis ontboden, samen met vele andere leiders van de vrije hertogdommen. Ze deed ons een verleidelijk aanbod, waarin wij trouw moesten zweren aan haar en ons hertogdom weer onder het keizerrijk zouden laten vallen. De hertog van Wyndham en ik zeiden ja. Dat van mij is natuurlijk schijn en de hertog van Wyndham is niet te vertrouwen. Wat zijn plannen precies zijn, moge Driscoll weten. Maar door dit valse knielen is ons wel iets ter oren gekomen waar u weet van moet hebben.
De keizerin wil namelijk na de zomer richting het noordoosten uit gaan breiden. Dat mag natuurlijk nooit gebeuren. Over een maand of twee zullen er oproepen uitgaan om kamp op te slaan bij een oud handelsdorp dat al verlaten is sinds de dood van Keizer David. Dit dorp ligt aan de grote handelsroute van Ainsleigh tot Elryus, bij de afslag naar the Fields of Gold. Er gaan geruchten dat er in de buurt van dat dorp machtige relikwieën verborgen liggen. Deze waardevolle schatten mogen nooit in handen komen van het keizerrijk.
Ik schenk u deze informatie, ervanuit gaande dat onze overeenkomst nog altijd van kracht is. Het spijt mij zeer dat ik deze informatie u niet persoonlijker kan komen brengen. Helaas is er een banket waarbij mijn aanwezigheid verwacht wordt.
Hopende dat deze brief veilig Torquil uitkomt en u tijdig bereikt schreef ik u dit.
Wees de keizerin een stap voor,
Hertog Frans van Dederongen van Esgard.