Hier de laatste teaser voor de volgende Omen, van 5 tot en met 7 oktober. Schrijf je snel in!
‘Papa papa papa papa! Kom snel! Je raad nóóit wat ik nu gevonden heb!’
Leunend op zijn hooivork probeert de boer rechtop te gaan staan. Een pijnlijk proces, na uren voorovergebogen te hebben gestaan. Zijn lijf heeft het moeilijk, maar hoe gek is dat, op zijn leeftijd? Al bijna dertig zomers, en nog steeds kunnen zijn zoons de taak niet overnemen. Toen hij hun leeftijd had, draaide hij de boerderij al bijna alleen. ‘Wat is het, jong? Jij was de varkensstallen toch aan het mesten?’
‘Ja! Klopt! En toen vond ik dus –’
‘Het kan me niet schelen wat je vond. Is het klaar?’
Zijn jongste zoon kijkt een moment oprecht beteuterd, en schudt dan zijn hoofd. ‘Nee… Bijna. Maar pap, ik denk dat we rijk zijn!’
‘Rijk? Ach jong, kijk om je heen! De hele boerderij is van ons en van niemand anders! Is dat niet rijkdom genoeg?’
‘Pa-ap! Kom nou gewoon kijken!’
Hoofdschuddend zet hij de hooivork weg, en volgt zijn zoon. Tot zijn verbazing niet naar de varkensstal, maar het woonhuis in. Zijn vrouw zit aan de tafel, met iets kleins in haar handen. Ze huilt, maar als ze opkijkt ziet hij dat het van blijdschap is.
‘Lieverd,’ snikt ze, ‘ik kan het niet geloven. We zijn vrij. We hoeven nóóit meer te werken. Het is het mooiste wat ik ooit gezien heb!’
Dan opent ze haar handen. Voor een kort moment ziet hij de glimmering van goud, en dan opent zijn derde oog zich. Een donkere ruimte, koud en klam, met een lage tafel in het midden, en daarnaast een enorme zuil. Op de tafel ligt een mensvorm, maar er is geen teken van leven. De smaak van dood kruipt in zijn mond, en onwillekeurig zet hij een stap terug.
Zijn hak tikt tegen een drempel, en plots valt hij. Van schrik sluit het derde oog, en ziet hij zijn vrouw weer, de schrik in haar ogen onmiskenbaar. Ze staat al voor hij zelf de grond heeft geraakt.
‘Schat! Gaat het?’
Hij gromt, komt overeind. ‘We zijn niet rijk. We zijn vervloekt. Wat het ook is, ik wil er van af.’