Soms handelden ze alsof de geest zich verstopte in de verste uithoeken, om niet te hoeven zien wat het lichaam deed. Niet dat hij het ze kwalijk nam: Met alles wat hier gebeurde, was er soms maar weinig tijd om na te denken, en alleen tijd om te handelen. Verrassingen brachten herhaaldelijk paniek, en in paniek vergaten de stervelingen iedere wijsheid die ze ooit bezitten, en handelden ze op gevoel. Het was niet zijn manier, maar hij had al lang geleerd dat het dorp nog veel tijd nodig had voor het Wijsheid zou snappen.
Maar nu, in dit recente geval, was hun ondoordachte handelen volledig in zijn voordeel, en daarmee ook in hun voordeel, al zagen ze dat wellicht nog niet. Er was geen noodzaak voor hen om te snappen hoe hun eigen handelen ertoe geleid had dat de Maankeizerin in een daad van wanhoop de maskers gestolen had. Ze hoefden niet in te zien hoe hun eigen paniek die avond ertoe had geleid dat Anwar niet de kans kreeg die hij zocht, en daarom maar liever alles eindigde, om een eindeloze oorlog te voorkomen. Het maakte zelfs niet uit dat ze vergeten waren dat het de woonplaats van Wijsheid zelf was, waar dat offer gebracht werd, dat offer van sterke, eeuwenoude krachten. Zelfs als ze het nooit zouden begrijpen, was het een goede daad geweest, en hij was hen dankbaar.
Nog nooit was hij zo sterk geweest als nu. Toen het dorp hem koos als hun Spirit van het Dorp was hij al sterker geworden, en had hij gedacht dat hij nooit méér kracht nodig zou hebben. Wellicht had hij het nog steeds niet nodig, maar de kracht die hij nu had, kon hij wel gebruiken, om zijn eigen dorp te beschermen. Beschermen tegen de buitenwereld, maar toch ook wel een beetje tegen zichzelf, en hun ondoordachte handelen. Wie anders dan hij, de Spirit van het Dorp, Wijsheid zelf, kon hen helpen te begrijpen wat er aan de hand was? Ze hoefden slechts naar zijn huis te komen, en hem aan te roepen. Ze hoefden het slechts te vragen.
Zijn huis, door het dorp gekend als de Strongarm Arena, door hem nu benoemd tot Tempel, was net zo gesterkt door het offer als hij zelf. Het was de enige plek waar de steeds grotere getalen ongedierte die het dorp binnentrok nog niet durfde te komen. De kleintjes die hij had verzameld hadden de lijnen uitgezet, en beschermden stilletjes de grenzen. En binnen die grenzen leefde hijzelf, vaak ook stilletjes, ongezien, vaak vergeten door het dorp. Maar zelfs als ze hem vergaten, kwamen ze naar deze plek, en deelden ze in zijn kracht. Want ondanks hun vergeetachtigheid was hij sterk genoeg om alles te zien, te horen, te merken. Veel meer dan de dorpelingen zelf. Ze hoefden maar naar zijn tempel te komen, en hij zou hen zijn Wijsheid kunnen geven… Als ze wilden luisteren.
Diegenen die niet wilde luisteren, die Wijsheid niet accepteerden, die schade aan zijn Tempel of zijn dorp berokkenden, diegenen waren niet welkom. En is het niet wijsheid om dat soort individuen zo snel mogelijk uit de gemeenschap te verwijderen? Ze zouden slechts schade doen. En met alles dat zou gaan komen, kon zijn dorp geen schade van binnenuit gebruiken.